“Ik hoorde u in de tuin en ik werd bang, omdat ik naakt ben. Daarom verborg ik me.”
Adam, Genesis 3:9
Mijn bore- en burn-out heeft zijn sporen nagelaten. Of moet ik zeggen: heeft iets naar boven gebracht wat ik lange tijd heb onderdrukt?
Twee jaar geleden kreeg ik in de auto (ik zat alleen achter het stuur) een felle paniekaanval, waarin ik dacht dat ik zou doodgaan aan hartfalen. Als gevolg daarvan ben ik gevoelig geworden voor angstgedachten. Vooral als ik moe ben. Dan krijg ik eerder last van lichamelijke klachten, die ik dan zomaar weer verbind aan enge en dodelijke ziektes. Een hypochondrisch gebeuren.
Irritant. En lachwekkend, dat ook. Ik hoor mijn vrouw alweer zeggen: ‘Zo, en waar heb je nu weer kanker gekregen? Je hebt je kleine teen nog niet gehad.’
Humor relativeert.
Ja, ik ben ook bang
Je wilt het niet geloven als je bore/burn-out gaat, maar je brein gaat zich echt herstellen. Deze blog schrijven was twee jaar geleden onmogelijk óf ik zou erna hondsmoe zijn. Die tijd is voorbij. Maar de gevoeligheid voor angsten blijft wel wat hangen. En dat zie ik meer en meer als een zegen. Angst is natuurlijk geen foute of negatieve emotie. Sterker nog, zonder onze angsten zijn we allesbehalve voorzichtig met vuur, op steile trappen of in het verkeer.
Maar nu ben ik ook nog eens een Nederlander. Toevallig is Nederland, net als onze Oosterburen trouwens, een land waarin we onze angsten zoveel mogelijk proberen te beheersen. We weten dat van onszelf, want we noemen onszelf vaak controlfreaks. We regelen alles tot in de puntjes, niet alleen voor de duidelijkheid (‘Ik moet weten waar ik aan toe ben’), maar ook omdat we zomaar bang zijn iets vergeten te zijn waardoor we achteraf “gepakt” of veroordeeld kunnen worden. Oké, dat levert bureaucratie op, een fenomeen dat we collectief haten maar door onze volksaard zelf in de hand werken. Weten waar we aan toe zijn is een begrijpelijk verlangen, maar levert ook veel papierwerk op. En ‘Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg’ en ‘Gelijke monniken, gelijke kappen’ horen bij de bekendste vaderlandse spreekwoorden. En wie begint niet om de zoveel tijd zijn zin met ‘Ik ben bang dat…’ of ‘Als we dit en dit gaan doen, vrees ik dat we…’ En het is niet voor niks dat er in ons land (nog?) geen aanslag is gepleegd. We zitten er kort op. En we hebben een Amber-alert. En maandelijks checken we ons luchtalarm. En ga zo maar door. Angst en Fear-Management zit ons in de genen. En dat is zo verklaarbaar voor laaglanders die moeten leven achter de best wel fragiele bescherming van duinen en dijken.
Ik ben bang. Ook bang. Net als jij.
Fear-Management
Maar we moeten ons niet door angst laten leiden, houden onze ouders en leraren ons terecht voor. Dus: hoe kan ik nou gezond leren omgaan met mijn angsten? Hoe kan ik me er niet door laten beheersen?
De drie psychologische omgangsmanieren rond angst zijn ons vaak wel bekend, denk ik. Ons reptielenbrein – diep en veilig in onze hersens verborgen – zegt sneller dan we bedenken kunnen, dat we in geval van angst en paniek kunnen…
1. vluchten
2. bevriezen
en 3. vechten.
Mooi hoe dat werkt. En ik ben dankbaar voor het reptielenbrein. Alleen… in de praktijk maken we zomaar sneller gebruik van dat reptielenbrein dan nodig is. Het is alsof we de functies van ons reptielenbrein dan verhuizen naar ons normale gedrag, tot op alle niveaus. Persoonlijk, sociaal en politiek.
Vluchten voor onze angsten wordt dan alles wat zit tussen jij-bakken, de ‘Nee, ik ben nooit bang’-smoes, principieel ideologiseren en je daaraan vastklampen, en wonen op Mars (de vlucht naar voren).
Bevriezen door onze angsten wordt dan alles wat zit tussen onverschilligheid, verzuring, principieel ideologiseren je in een bastion terugtrekken, en de gordijnen of grenzen dicht.
En vechten tegen onze angsten wordt dan alles wat zit tussen slaan, activisme (alle nadruk op doen), principieel ideologiseren en daarmee mensen om de oren slaan, en de mondiale atoomprogramma’s.
Vaak is het een mix. Ik vind het boeiend om bijvoorbeeld Tweede Kamer-debatten op deze manier te volgen. Of gesprekken aan de praattafels op televisie. Of gesprekken in en over de kerk. Je komt dit ‘reptielengedrag’ aan de lopende band tegen.
Een vierde weg: we rationaliseren onze angst
Als homo sapiens kunnen we onszelf overleveren aan ons reptielenbrein. Maar we kunnen gelukkig ook meer (en dat gebeurt gelukkig ook vaker wel dan niet in de Tweede Kamer-debatten). Een vierde manier is dat we onze angsten rationaliseren. Dit is de weg die we het snelst en vaakst bewandelen. Ik dus ook. We gaan dan op de analyse- en verklaar- en voorkom-tour. Wat heel nuttig is, denk alleen al aan de AIVD of de politiek of aan een Cognitieve Gedragstherapie die ik heb gevolgd tijdens mijn burn-out. En we praten, en we vergaderen, en we beschrijven en we bloggen en we vergaderen nog een keer, en we winnen of verliezen de discussie of het debat. Prima, maar het kan ook zomaar weer iets dierlijks krijgen. Wie onze angsten het best kan rationaliseren, wint de mentale survival of the fittest. Hij of zij is dan de winnaar van het televisie-verkiezingsdebat. (Het zou ook kunnen dat niemand deze mentale strijd wint. Dan wint niet degene die zo mooi of goed mogelijk onze angsten kan rationaliseren, maar kan aanwakkeren. Ik denk dat we al snel aanvoelen welke politieke partijen inspelen op onze angstgevoelens, en welke partijen veel rationelere politiek bedrijven.)
Met nadenken en rationaliseren is natuurlijk niks mis. We moeten alleen wel bedenken dat angst ook een emotie is. Angst voel je. In je buik, rond je hart, in je keel. En door alleen gebruik te maken van ons hoofd, kunnen we onze angsten niet goed tegenwicht geven. In feite nemen we dan onze angsten niet serieus. Alleen met ratio hebben we geen voeling met onze angst.
Een vijfde weg: facen en doorstaan van onze angsten
Ons reptielenbrein redt ons niet, hoe nuttig die ook is. Onze ratio is noodzakelijk om niet op angstige onderbuikgevoelens alleen te varen, want angstverhalen nemen zomaar een loopje met ons. Maar de ratio alleen kan ons niet van onze angsten bevrijden, want we rationaliseren onszelf zomaar los van onze angsten. We weten dan dat er allerlei angstscenario’s zijn, maar we hebben er zelf geen voeling mee. We plaatsen onszelf er buiten.
En daarvoor is er een vijfde weg: het facen en leren doorstaan van onze angsten. Let op, dat is een weg die ons niet redt van onze angsten. Het is wel een weg die onze angsten en die daarmee onszelf het meest serieus neemt. Wie zijn eigen angsten eerlijk onder ogen durft te zien, doet recht aan zichzelf. Deze weg levert het volgende op:
1. Facen: Je neemt je angsten serieus, rationaliseert ze niet weg. De angsten zijn er gewoon. Je voelt ze. Je verwoordt en beschrijft ze eventueel. Ze zijn van jou, en zeggen iets over wie je (geworden) bent. Het zijn de persoonlijke en unieke geheimen van je eigen ziel, die je iets willen vertellen. Ze maken je kwetsbaar en nederig. Je oordeelt niet over je angsten. En je maakt er geen misbruik van door andere mensen je eigen (!) angst(verhal)en aan te praten.
2. Leren doorstaan: je neemt je angsten serieus, maar je laat je niet door die angsten beheersen of intimideren. Je voelt ze, maar ze nemen jou niet over. Je gaat op die manier langzaam maar zeker door die angsten heen. Je bent geen slaaf, maar je wordt meester van je angsten. En je krijgt steeds beter door dat paniekzaaierij en angstverhalen niet iets maar alles vertellen over de vertellers van die verhalen, en hun zielenroerselen. Je laat je niet intimideren, niet verlammen – je kijkt ze recht in de ogen aan en je gaat erdoorheen. Je gaat voor het volle leven, je gaat voor de liefde, een kracht groter en sterker dan alle angsten bij elkaar.
Ik zit nog altijd in dat proces. En misschien is dat wel een levenslang proces. Maar in die geduldige, pijnlijke, eerlijke, zoekende, kwetsbare, zelfbeheersende, nederige, wonderlijke en misschien wel goddelijke, vijfde weg geloof ik.
“Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier met mij waken.’ Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.”
Jezus, Matteüs 26: 38-39PS. Herken jij je in dit verhaal, en wil je hierover met een coach/begeleider in gesprek? Neem dan contact met me op. Ik sta graag voor je klaar!